Het gedeelte dat de binnenzijde van de oogleden bedekt wordt ‘conjunctiva palpebralis’ genoemd. Dit gedeelte verdeelt bij elke knipperslag het traanvocht over het hoornvlies en ‘veegt’ tegelijkertijd het hoornvlies schoon. Het bindvliesdeel dat het voorste gedeelte van de oogbol bedekt wordt de bulbaire conjunctiva (‘conjunctiva bulbi’) genoemd. De overgang van de ‘conjunctiva palpebralis’ naar ‘conjunctiva bulbi’ ligt diep aan de binnenzijde van de oogleden en wordt aangegeven als de conjunctivaalzak of fornix. Door de opbouw van de conjuntiva staat de ruimte achter de oogbol niet in open verbinding met de buitenlucht. Het is daarom ook niet mogelijk dat bijvoorbeeld een contactlens achter de oogbol schuift.
In de conjunctiva zijn verschillende kliertjes met hun eigen specifieke functie te vinden. Zo zijn de zogenaamde globet- of bekercellen verantwoordelijk voor de slijmproductie van de traanfilm. Daarnaast zijn de klieren van Krause en Wolfring belangrijk voor de aanmaak van de waterachtige laag van de traanfilm. De conjunctiva herbergt verder immuuncellen die het oog bescherming bieden tegen verschillende ziekteverwekkers.
