Kwaliteitszorg

Klinische resultaten

In nauwe samenwerking met NIIOS R&D en Amnitrans EyeBank Rotterdam ontwikkelt, onderzoekt en verfijnt ons medisch team diverse behandelingen voor hoornvliesaandoeningen. De klinische resultaten zijn terug te vinden in (inter)nationale medisch wetenschappelijke tijdschriften en worden gepresenteerd op (inter)nationale oogheelkundige congressen.

 

Hieronder leest u over enkele klinische resultaten bij (advanced) DMEK (Descemet membraan endotheel keratoplastiek) onder meer voor Fuchs endotheeldystrofie en bulleuze keratopathie en Bowman layer transplantatie voor keratoconus.

 

 

Sneller zichtherstel bij DMEK

Bij DMEK treedt sneller zichtherstel op dan bij DSEK (Descemet stripping endotheel  keratoplastiek) of een volledige hoornvliestransplantatie (PKP):

 

  • Binnen één maand na de DMEK-operatie behaalt meer dan 80% van de ogen een zicht van 0.5 of meer, ongeveer 50% heeft een zicht van 0.8 of meer en bij rond de 20% van de geopereerde ogen is het zicht dan al volledig hersteld.
  • Zes maanden na DMEK heeft zelfs 75% van de geopereerde ogen een zicht van 0. 8 of beter, terwijl meer dan 40% van de ogen een zicht heeft van 100%.

 

 

Lager risico op afstoting van het donorweefsel

Naast een sneller zichtherstel is er, in vergelijking met DSEK en perforerende keratoplastiek, bij DMEK ook een lager risico op afstoting van het transplantaat.

 

  • 3 à 4% van de patiënten krijgt na een DMEK-operatie te maken met afstoting. Bij een volledige hoornvliestransplantatie of DSEK is dat respectievelijk 10 tot 15% en 5 tot 10% – een aanzienlijk verschil. Afstotingsverschijnselen zijn goed behandelbaar met oogdruppels, maar in 25 – 30% van de groep patiënten met afstotingsverschijnselen is hertransplantatie noodzakelijk.

 

Na een DMEK treden vrijwel geen lange termijn complicaties op. Complicaties als een permanent verlaagde gezichtsscherpte of langdurige glaucoomproblemen treden beduidend minder vaak op dan bij DSEK of PKP. Bij ongeveer 13% van de ogen hecht na een DMEK-operatie het transplantaat in eerste instantie onvoldoende. Soms is er dan een aanvullende behandeling nodig. Door operatief een luchtbel achter het donorweefsel aan te brengen hecht het transplantaat alsnog.

 

 

Resultaat bij Bowman layer transplantatie voor vergevorderde, progressieve keratoconus

  • In het algemeen stabiliseert de keratoconus zich na een Bowman layer transplantatie en vindt er geen verdere progressie plaats.
  • De corneale curvatuur wordt afgevlakt waardoor het dragen van een contactlens weer beter mogelijk wordt
  • Door het stabiliseren van de keratoconus en de afvlakking kunnen meer invasieve corneatransplantaties zoals DALK of PKP worden uitgesteld of voorkomen 

Meer informatie over hoe wij u kunnen helpen met een behandeling op maat?

Plan vrijblijvend een afspraak met een van onze specialisten.

Maak een afspraak